Vanmiddag een intensieve therapie sessie gehad. Tijdens de therapie merkte ik dat ik weer geneigd ben om de therapeut uit te gaan hangen. Ik luister naar wat de anderen te vertellen hebben, vind daar herkenning in en ga het vervolgens analyseren en daarna bespreken. Op het moment dat ik mijn analyse wil bespreken, begint mijn hart enorm te koppen en krijg ik het Spaans benauwd. Ik geef aan dat het benauwde gevoel komt, omdat ik bang ben afgewezen te worden en dat datgene wat ik vertel niet juist is, of dat ik iemand anders in de war maak. Klinkt helemaal niet zo raar.
Na de groepstherapie had ik een één op één gesprek met m’n psychiater (hij is ook altijd aanwezig bij de groepstherapie). Toen hij mij vroeg of ik het ergens over wilde hebben, gaf ik aan dat ik het irritant van mijzelf vind, dat ik altijd de therapeut uit wil hangen. Uiteraard komt dan de vraag waarom ik dat doe en wat ik daarbij voel, behalve irritatie. Ik doe dat, omdat ik een ander wil helpen, ik vind het naar om te zien als iemand zo in gevecht is met zijn/haar gevoel. Ten tweede is het een stukje herkenning en wil ik dat delen. En het laatste stuk is dat ik mij er fijn door voel als ik een ander kan helpen en als blijkt dat wat ik observeer dat het juist is. En dan natuurlijk de hamvraag “is het juist wat ik observeer?”
Al pratend en onderzoekend met mijn psychiater, leer ik ook dit stukje van mijzelf kennen. Waarom wil ik zo graag een ander helpen? Omdat ik mij niet zo verrot wil voelen over mijzelf? Meerdere malen in de groepstherapie geef ik aan dat ik bang ben om mijn diepste ik te laten zien. Dat ik liever een ander help. Maar wie ben ik dan? En waarom mag de therapie mij (nog) niet helpen? Ken ik mijzelf, wie ben ik dan? Een zeer vermoeiende, maar zeker ook boeiende middag. De zoektocht is begonnen.
Onderweg naar huis vind ik het fijn om mijn eigen muziek te luisteren, in plaats van de radio. Het eerste nummer wat mijn afspeellijst afspeelde was het nummer “Ken je mij?” van Trijntje Oosterhuis. Een nummer met heel veel herkenbaarheid en exact op het juiste moment voor mij op de radio onderweg naar huis.
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒌𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑶𝒈𝒆𝒏 𝒅𝒊𝒆 𝒅𝒐𝒐𝒓 𝒅𝒆 𝒛𝒐𝒏 𝒉𝒆𝒆𝒏 𝒌𝒊𝒋𝒌𝒆𝒏
𝒁𝒐𝒆𝒌𝒆𝒏𝒅 𝒏𝒂𝒂𝒓 𝒅𝒆 𝒑𝒍𝒆𝒌 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒊𝒌 𝒘𝒐𝒐𝒏
𝑩𝒆𝒏 𝒋𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒆𝒍𝒅𝒔𝒑𝒓𝒂𝒂𝒌 𝒗𝒐𝒐𝒓 𝒊𝒆𝒎𝒂𝒏𝒅
𝒅𝒊𝒆 𝒂𝒂𝒓𝒅𝒊𝒈 𝒊𝒔, 𝒐𝒇 𝒐𝒏𝒎𝒆𝒕𝒆𝒍𝒊𝒋𝒌 𝒗𝒆𝒓,
𝒅𝒊𝒆 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒔𝒕𝒂𝒂𝒕 𝒆𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒗𝒂𝒍𝒕
𝒆𝒏 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒗𝒐𝒆𝒍𝒕 𝒂𝒍𝒔 𝒊𝒌,
𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒌𝒐𝒖𝒅 𝒆𝒏 𝒉𝒐𝒐𝒈𝒉𝒂𝒓𝒕𝒊𝒈
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒌𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑯𝒊𝒆𝒓 𝒊𝒔 𝒅𝒆 𝒑𝒍𝒆𝒌 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒊𝒌 𝒘𝒐𝒐𝒏
𝑬𝒆𝒏 𝒔𝒕𝒐𝒆𝒍 𝒐𝒑 𝒉𝒆𝒕 𝒘𝒂𝒕𝒆𝒓,
𝑬𝒆𝒏 𝒓𝒂𝒂𝒎 𝒘𝒂𝒂𝒓𝒍𝒂𝒏𝒈𝒔 𝒉𝒆𝒕 𝒐𝒑𝒌𝒍𝒂𝒓𝒆𝒏𝒅 𝒘𝒆𝒆𝒓
𝑶𝒇 𝒉𝒆𝒕 𝒗𝒂𝒍𝒍𝒆𝒏𝒅𝒆 𝒅𝒖𝒊𝒔𝒕𝒆𝒓 𝒗𝒐𝒐𝒓𝒃𝒊𝒋 𝒗𝒂𝒂𝒓𝒕
𝑯𝒆𝒃 𝒋𝒆 𝒈𝒆𝒓𝒐𝒆𝒑𝒆𝒏? 𝑯𝒊𝒆𝒓 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒌𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑰𝒌 𝒛𝒐𝒖 𝒆𝒆𝒏 𝒘𝒐𝒐𝒓𝒅 𝒘𝒊𝒍𝒍𝒆𝒏 𝒔𝒑𝒓𝒆𝒌𝒆𝒏
𝑫𝒂𝒕 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒆𝒏 𝒗𝒂𝒏 𝒎𝒊𝒋 𝒊𝒔
𝑫𝒂𝒕 𝒅𝒓𝒂𝒂𝒈𝒕 𝒘𝒊𝒆 𝒊𝒌 𝒃𝒆𝒏,
𝒅𝒂𝒕 𝒉𝒆𝒕 𝒉𝒐𝒖𝒅𝒕,
𝑰𝒌 𝒛𝒐𝒖 𝒆𝒆𝒏 𝒘𝒐𝒐𝒓𝒅 𝒘𝒊𝒍𝒍𝒆𝒏 𝒔𝒑𝒓𝒆𝒌𝒆𝒏
𝑫𝒂𝒕 𝒓𝒆𝒄𝒉𝒕𝒐𝒑 𝒔𝒕𝒂𝒂𝒕 𝒂𝒍𝒔 𝒎𝒆𝒏𝒔 𝒅𝒊𝒆 𝒎𝒊𝒋 𝒂𝒂𝒏𝒌𝒊𝒋𝒌𝒕 𝒆𝒏 𝒛𝒆𝒈𝒕
𝑰𝒌 𝒃𝒆𝒏 𝒋𝒐𝒖𝒘 𝒛𝒖𝒊𝒗𝒆𝒓𝒔𝒕𝒆 𝒛𝒆𝒍𝒇,
𝑽𝒓𝒆𝒆𝒔 𝒏𝒊𝒆𝒕, 𝒗𝒆𝒓𝒔𝒕𝒂 𝒎𝒊𝒋, 𝒊𝒌 𝒃𝒆𝒏, 𝒊𝒌 𝒃𝒆𝒏
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒌𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑩𝒆𝒏 𝒋𝒊𝒋 𝒅𝒆 𝒆𝒏𝒊𝒈𝒆 𝒗𝒐𝒐𝒓 𝒘𝒊𝒆𝒏𝒔 𝒐𝒈𝒆𝒏
𝑵𝒊𝒆𝒕 𝒊𝒔 𝒗𝒆𝒓𝒃𝒐𝒓𝒈𝒆𝒏 𝒗𝒂𝒏 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒏𝒂𝒂𝒌𝒕𝒉𝒆𝒊𝒅
𝑲𝒂𝒏 𝒋𝒊𝒋 𝒉𝒆𝒕 𝒉𝒆𝒃𝒃𝒆𝒏,
𝑨𝒍𝒔 𝒏𝒊𝒆𝒎𝒂𝒏𝒅 𝒂𝒏𝒅𝒆𝒓𝒔,
𝑫𝒂𝒕 𝒊𝒌 𝒈𝒆𝒆𝒏 𝒍𝒊𝒄𝒉𝒕 𝒈𝒆𝒆𝒇, 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒘𝒂𝒓𝒎 𝒃𝒆𝒏,
𝑫𝒂𝒕 𝒊𝒌 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒎𝒐𝒐𝒊 𝒃𝒆𝒏, 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒗𝒆𝒆𝒍
𝑫𝒂𝒕 𝒈𝒆𝒆𝒏 𝒃𝒓𝒐𝒏 𝒐𝒏𝒕𝒔𝒑𝒓𝒊𝒏𝒈𝒕
𝒊𝒏 𝒎𝒊𝒋𝒏 𝒅𝒊𝒆𝒑𝒕𝒆
𝑫𝒂𝒕 𝒊𝒌 𝒂𝒍𝒍𝒆𝒆𝒏 𝒅𝒊𝒕 𝒈𝒆𝒛𝒊𝒄𝒉𝒕 𝒉𝒆𝒃,
𝒈𝒆𝒆𝒏 𝒂𝒏𝒅𝒆𝒓.
𝑩𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒐𝒐𝒓 𝒋𝒐𝒖, 𝒛𝒐𝒏𝒅𝒆𝒓 𝒔𝒄𝒉𝒂𝒂𝒎𝒕𝒆,
𝒈𝒆𝒛𝒊𝒆𝒏, 𝒈𝒆𝒏𝒐𝒎𝒆𝒏,
𝒅𝒐𝒐𝒓 𝒏𝒊𝒆𝒎𝒂𝒏𝒅 𝒎𝒊𝒏𝒅𝒆𝒓?
𝒁𝒐𝒖 𝒅𝒂𝒕 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒗𝒆𝒆𝒍 𝒕𝒆𝒗𝒆𝒆𝒍 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒛𝒊𝒋𝒏?
𝒁𝒐𝒖 𝒅𝒂𝒕 𝒏𝒊𝒆𝒕 𝒗𝒆𝒆𝒍 𝒕𝒆𝒗𝒆𝒆𝒍 𝒘𝒂𝒂𝒓 𝒛𝒊𝒋𝒏?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒌𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
𝑲𝒆𝒏 𝒋𝒆 𝒎𝒊𝒋? 𝑾𝒊𝒆 𝒃𝒆𝒏 𝒊𝒌 𝒅𝒂𝒏?
𝑾𝒆𝒆𝒕 𝒋𝒊𝒋 𝒎𝒊𝒋 𝒃𝒆𝒕𝒆𝒓 𝒅𝒂𝒏 𝒊𝒌?
Comments